Verzorging‎ > ‎

Vacht

Scheren

Eens per jaar scheren is meestal voldoende. Een extra scheerbeurt kan nodig zijn om myiasis te voorkomen.

Schapen scheren vraagt een combinatie van fysiek overwicht op het dier, rustig en gedecideerd optreden en handigheid met het scheerapparaat of – voor de ambachtelijke scheerders onder ons – met de schapenscheer.

 

Omstandigheden

Zorg dat het dier niet al te volgevreten op de scheerplek verschijnt. Dat geeft het risico van ‘verwentelen’. Hierbij raken de ingewanden zodanig verdraaid dat het dier ernstig gevaar kan lopen.
Ideale omstandigheden doen zich voor als er een paar warme dagen zijn geweest, waardoor de vacht al een beetje begint los te komen.
Bovendien is het wolvet dan wat dunner. Dat knipt of scheert veel gemakkelijker. Voorwaarde is wel dat er onder de oude wollaag nieuwe wol begint te groeien.
Dan ontstaat er een tussenlaag met de oude wol waarin gemakkelijk geknipt kan worden.
 
Wie de schapen door een schaapscheerder laat scheren, doet er verstandig aan de dieren te verzamelen in de stal of schuilhut.
Doe dat al enkele dagen van te voren als het regent, zodat de wol goed kan drogen.
Belangrijk is dat de huid tijdens het scheren goed strak gespannen staat. Rimpels geven een aanzienlijk risico op verwondingen.
Scheer baantje voor baantje de vacht in één scheerbeweging af. Zo komt de wolvezel in zijn volle lengte eraf en niet in verder onbruikbare, korte vlokken.
 
Pas geschoren schapen zijn gevoelig voor zonnebrand. Geef ze beschutting tegen felle zon.
 
Winterscheren
Door te vroeg te scheren kunnen er aan het eind van de zomer problemen met myiasis ontstaan omdat de vacht dan al een
eind is aangegroeid. Oude herderswijsheid: scheren na de langste dag.
Door de genoemde dreiging van myiasis kiezen echter steeds meer schapenhouders ervoor hun dieren al in april of mei te scheren en dit aan het eind van de zomer te herhalen.
De bedrijfsmatige schapenhouderij gaat er zelfs al toe over de schapen in de winter te scheren, wanneer de dieren langdurig
in grote groepen bij elkaar in de stal staan.
Dit zou het welzijn van de dieren ten goede komen (geen last van hittestress door hoge staltemperaturen) en heeft een positief effect op de hygiene en het aflammeren. Ook bevordert het de voeropname.
Er kleven aan dit 'winterscheren' ook nadelen: door het scheren kan er een darmdraaiing of een draaiing van de baarmoeder ontstaan.
Het scheren in de winter is, vanwege het stugge wolvet, bovendien niet eenvoudig. En de geschoren ooien kunnen niet goed tegen tocht, nat en koud weer, waardoor ze langer binnen moeten blijven.
Â